AFSCHEID VAN HET HERENZANGKOOR.
Interview met Paul Eberson en Johan Lempens.
Met dank aan: redactie De Schakel.

Corona heeft op veel zaken invloed gehad. En dat geldt ook voor het voortbestaan van ons Dieters herenzangkoor. De heren hebben in coronatijd besloten om hun bijdrage aan de missen te beëindigen. Niet enkel corona heeft daarin meegespeeld, maar ook de gemiddelde leeftijd van de leden en hun gezondheid. Zo werd het voor menigeen steeds moeilijker om de trap naar het koor te bestijgen, zagen de oude ogen de te- zingen- noten niet meer of liet het gehoor te wensen over.
De leden, die de laatste jaren eenmaal per 14 dagen de missen opluisterden met hun veelal Gregoriaanse gezangen zijn: Wil van den Bergh, Thei Meuffels, Paul Eberson, Gène Pesgens, Johan Lempens en Har Verheggen.

In het verleden bestond het herenkoor uit minimaal 13 leden. Een van de beperkte foto’s, die er ooit genomen zijn, tonen de volgende heren: Sef Pesgens, Gène Pesgens, Chrit Spelthan, Wil van den Bergh, Sef Damen, Jos Janssen, Paul Eberson, Thei Meuffels, Johan Lempens, Harie Jansen, Herman Custers en op de voorgrond dirigent “meester” Sevrien Jessen. Albert Bocken staat niet afgebeeld op de foto.


Herenzangkoor omstreeks 1980

De datum van oprichting van het koor is onduidelijk, maar de heren weten wel, dat er al sinds 1926 lidmaatschap van het koor bekend is. Het koor was een voorloper van de huidige Fanfare Eendracht. Vanuit het koor stroomde menig zanger door naar de fanfare.
De meest recente leden hebben allemaal een respectabel aantal lidmaatschapsjaren achter de rug. Zo heeft Paul Eberson maar liefst 68 jaar gezongen bij een kerkelijk koor. Hij begon als knaap in Mariaveld en stroomde op 15-jarige leeftijd door naar het “grote koor”. Deze leeftijd was verbonden aan het “breken van de stem”. Toen Paul in Dieteren kwam wonen, ruilde hij Mariaveld in voor het Dieters herenkoor, iets waar hij nooit spijt van heeft gehad. Johan Lempens kwam in 1971 in Dieteren wonen en werd in 1977 door zijn buurman, Jos Janssen, overgehaald om lid te worden van het koor.

In de beginjaren was “meester“ Jessen de dirigent.
De heren zongen lange tijd tijdens de Hoogmis op zondagmorgen. Destijds verzorgde koster Frans Pesgens het orgelspel. Later was het Per Pesgens en daarna volgde Rutger Lempens, die destijds als jong kind nog niet eens met de voeten bij de pedalen kon, totdat hij startte met zijn studie.
De laatste 25 jaren werd er enkel à capella gezongen en was het Wil van den Bergh, die de toonhoogte aangaf en de wekelijks wisselende liederen selecteerde, passend bij de liturgie van het kerkelijk jaar. Tijdens de repetities diende hij er rekening mee te houden, dat een aantal heren geen noten kon lezen, maar de liederen enkel op het gehoor moest leren. Toen de Hoogmis werd afgeschaft, zongen de heren wekelijks op zaterdagavond, in afwisseling met het dameskoor. Repetitie vond steeds plaats in de kerk. Enkel bij erge kou werd in de sacristie gerepeteerd, maar daarbij werd een orgel gemist.

Enkele liederen uit hun reportoire
Introitus-Dignus


Magnificat


Aanvankelijk werd er enkel Gregoriaans gezongen, maar geleidelijk aan werden er ook Nederlandse- en dialect gezangen aan het repertoire toegevoegd.
Tijdens begrafenissen werd de laatste jaren, samen met het dameskoor, de dienst verzorgd. Ook tijdens de processie vond deze samenzang plaats.
Daarnaast namen ze met acht leden deel aan korendagen, onder leiding van Har Houben. Destijds werd zelfs vierstemming gezongen.
Ze werden zelfs gevraagd om een tijdje samen met een Sittards herenkoor te repeteren, ter voorbereiding op de opnames voor een cd.
Bovendien werden jaarlijks een aantal sketches opgevoerd tijdens het Ceciliafeest voor de parochie- vrijwilligers door een aantal heren van het koor, samen met Sjra Verreussel, Mariet Linssen en Bertien Jochems. Daarbij was de voorpret minstens zo groot als de uitvoering. In het verleden werden de heren, na een uitvaart, wel eens uitgenodigd om deel te nemen aan de koffietafel in het tegenover de kerk gelegen café Esser om een kop koffie en vlaai te nuttigen. Zo waren er dus extra plezierige kanten aan dit lidmaatschap. En al was de boventoon bij de uitvoeringen serieus, er is ook wel een keer geweest, dat geen enkel geluid meer van boven af kwam, omdat de heren in een deuk lagen van het lachen tijdens een dienst. Ook het laten vallen van kleine voorwerpen van bovenaf op de laatste bank was soms een favoriete bezigheid. En wanneer ze, op weg naar “De Koppel” via het poortje bij de pastorie de kortste weg namen, passeerden ze een boom met reine claude. Daarvan werd in de pruimentijd geproefd, totdat er op een dag een briefje in de boom hing met het opschrift: “Heren zangers, de pruimen zijn nog niet rijp”.


Herenzangkoor beginjaren 1960 met dank aan Sef Hoorens en Thei Meuffels. Op de foto van links naar rechts.
Achterste rij: Hein Muris, Jan Bijnen, Kees Janssen, Sjra van den Bergh
Middelste rij: Sef Damen, Sef Meuwissen, Jo Slangen, Wim Smeets, Eugene Pesgens, Herman Custers, Sef Hoorens, Wil van de Bergh, Bér Bogie, Thei Meuffels
Voorste rij: Sef Pesgens, Wil Lijnen, Sevrien Jessen(dirigent), Sjang Custers, Pastoor Flecken, Frans Pesgens(koster), Chrit Spelthan, Wil Custers


Lidmaatschap van het koor betekende ook, dat er maandelijks 1 euro contributie werd voldaan. Deze werd afgedragen aan Thei Meuffels, als voorzitter, secretaris en penningmeester in één. Voor Kerst werd dan een Kerstpakket bezorgd bij de leden door Thei met een kar achter zijn fiets. Daarin zaten zaken als wijn, kerstbrood, een chocoladeletter. Daarvoor had Thei de middenstand afgestruind en werd flink afgedongen om leuke pakketten samen te stellen.
Lid zijn van het herenkoor betekende niet enkel, dat je een passie moest hebben voor muziek, maar ook voor kaarten. Immers, na elke repetitie op vrijdagavond werd een kaartje gelegd in “De Koppel”. Zelfs verjaardagen in de familie moesten daarvoor schuiven. En hiervoor werd zelfs een wederhelft ingezet: zo taxiede Marlies Eberson op vrijdagavond heen en weer tussen Susteren en Dieteren: ze bracht echtgenoot Paul, samen met Gène naar de kerk en haalde de heren weer om 23.00 uur op bij “De Koppel”. In de tussentijd werd er niet enkel gezongen, maar ook “gerikt”. Voor deze heren openden Marij en Koos Jacobs speciaal op vrijdagavond het gemeenschapshuis, zodat zij hun vaste kaarttafel in konden nemen en de droog gezongen kelen konden spoelen en tussendoor moppen konden tappen. Dit is een traditie, die gestart is in café “Awt Deetere”, tegenover de kerk. Daarna verhuisden ze om te kaarten naar het “Internationaal Trefpunt” aan de Kerkstraat om uiteindelijk te belanden bij “De Koppel”.
Dit kwartet bleek zo verknocht aan de afsluiting van hun repetitie dat, tijdens de verbouwing van “De Koppel”, de ronde kaarttafel tijdelijk een plaats in de woning van Wil van den Bergh kreeg, waar zij tijdelijk hun après-repetitie afsloten.
Het waren jaren, die door menig koorlid gemist worden. Vanwege het opheffen van ons herenzangkoor zullen ook de Gregoriaanse gezangen uit onze parochiekerk verdwijnen. Menigeen zal de heren dankbaar zijn voor het opluisteren van de diensten gedurende bijna een volle eeuw.








Heeft U een suggestie of opmerking, mail naar info@deetere.nl