Beroepen Dieteren

Welkom bij "verdwenen beroepen",

Hieronder een krantenbericht betreffende het einde van klompenfabriek Klinkers in Dieteren.


Bron:
Limburgs Dagblad, 30 mei 1969
door: Bert Dijks


Jan Klinkers, Limburgs laatste klompenmaker.

Klompenmaker legt bijltje erbij neer
DIETEREN, 30 mei — Limburgs laatste klompenmaker Jan Klinkers (65) uit het dorp Dieteren heeft het bijltje erbij neergelegd. Hij wilde niet per se de laatste zijn, maar moest zwichten voor het concurrerend geweld van schoenen- en laarzenfabrieken. „Natuurlijk had ik het met de klompen kunnen aanvoelen, dat het eens op een dag gedaan zou zijn, maar als die dag eenmaal aanbreekt denk je onwillekeurig: nu al?” zegt Jan Klinkers.

JAN KLINKERS:
Nooit beter schoeisel uitgevonden
Na een bestaan van zeventig jaar zal het thans opgeheven klompenmakersbedrijf het werkloosheidscijfer met één doen stijgen. want Jan Klinkers zag zich gedwongen zijn trouwe knecht van 53 jaar, die 25 jaar lang naast zijn baas klompen heeft gemaakt, te ontslaan.
„Het gaat me wel aan het hart”, zegt Klinkers, „maar ik kan mijn knecht toch niet tot zijn vijfenzestigste jaar klusjes laten opknappen in een bedrijf dat geen produktie meer heeft. Bovendien kan ik dat niet betalen. Ik geloof dat het voor een directie van een groot bedrijf gemakkelijker is om vijftig mensen te ontslaan dan voor een baas één knecht. Het is je knecht niet meer, maar je beste vriend.”

Schoenhandeltje
Dat in klompen geen brood meer zit is een waarheid als een koe. dat Klinkers in de loop van de jaren heeft leren accepteren. Hij heeft er dan ook altijd een schoenhandeltje bij gehad. Klompenmaker Klinkers, die zelf schoenen draagt met dikke rubberzolen, zegt: „Vroeger — en zeker voor de oorlog — was het voor ons een gouden tijd. Toen liep half Nederland bij wijze van spreken op klompen. Maar de oude generatie, die klompdragend is, sterft uit. Ook de jeugd op het platteland laat de klomp links liggen. Het is allemaal sandalen en laarzen wat de klok tegenwoordig slaat. Praat maar eens iemand een klomp aan?”

Doodsteek
Volgens de klompenmaker is bet jammer dot de klomp ook uit het leven van het platteland verdwijnt. Dit betekent de doodsteek voor ’s mensens voet. Klinkers: „Een dokter op het platteland zal iedereen adviseren klompen te dragen. Met een klomp geen doorgezakte voeten. De klomp heeft een bal, zo noemen wij dat, precies die steun op die plek van de voet, die onontbeerlijk is. Bovendien, wie over een gezond stel voeten beschikt, zal geen last krijgen van rugklachten. En dan praten we nog niet over het voordeel van klompen in de winter. Geen koude voeten hoor. Nee. er zal nooit beter schoeisel uitgevonden worden dan de klomp. De klomp zal zijn gelijke nooit hebben. Ook niet in die zogenaamde gezondheidssandalen”
De grootste produktie van bet Dieterense bedrijf werd gehaald in de jaren voor en na de oorlog. Vijftien werknemers, die geleidelijkaan moesten afvloeien omdat het met de klomp steeds slechter ging, zorgden toen voor een produktie van 50.000 klompen per jaar.
De laatste jaren is dat aantal 5.000. Jan Klinkers: „In 1926 zijn we pas met machines begonnen. Voor die tijd maakten we klompen met de hand. Maar een tijdje na de oorlog kwam er al een teken aan de wand: schoenen en rubberlaarzen. Vooral het rubber heeft ons de das om gedaan. Er is zelfs eens een rubberklomp vervaardigd. maar daar was gelukkig geen markt voor. omdat die veel te weinig steun bood aan de voet.”

Blijven bestaan
Toch zullen er altijd klompen blijven bestaan. Al zijn het maar mini- en microklompen voor de toeristenindustrie Klinkers: „Hier in de omtrek blijven natuurlijk steeds mensen komen. die klompen willen hebben om in de tuin te werken bijvoorbeeld. Op steenfabrieken worden ze ook veel gevraagd en melkfabrieken. Overal waar met zuren wordt gewerkt.
Neem de Staatsmijnen. Dat is een goede klant van me. Die vragen per jaar wel zo’n duizend klompen. Maar de boeren die nu nog klompen dragen verslijten ze niet. Ze mogen er niet mee op traktors zitten, omdat je met een klomp aan geen gevoel in je voeten hebt. Op het land en in de stal worden nog klompen gedragen. Zo’n klomp wordt weggegooid als die rot is.”

Eén miljoen
Als de man. die zijn vak vaarwel zegt, even rekent komt hij tot de slotsom dat het bedrijf in Dieteren in de loop van zijn bestaan 10.000 bomen (wilgen en populieren) heeft verwerkt Dit betekent meer dan 1 miljoen klompen. De prijzen van klompen hebben in elk geval geen gelijke tred gehouden met die van de schoenen. Bij schoenhandel Klinkers kan men nog steeds een paar klompen kopen voor zes gulden. Afhankelijk van de maat liggen de prijzen tussen de 5,75 gulden en de 6,20 gulden Dit houdt wel verband met de prijs van het hout, die volgens Klinkers de laatste tien jaar enorm is gedaald. „Tien jaar geleden”, zegt hij, „betaalde je voor een kubieke meter hout twintig gulden meer dan nu”.

Bomen
Twintig jaar geleden liet een broer van Jan Klinkers — met het oog op de toekomst — een aanplant aanleggen van vijfduizend populieren Nu de bomen volwassen zijn en rijp voor een klompenbestaan geeft Jan Klinkers er noodgedwongen de brui aan. Een strop voor zijn broer. „Bovendien heeft hij dubbel pech”, zegt Klinkers, „want hij krijgt de bomen natuurlijk wel verkocht, maar voor een veel lagere prijs” De groot- en kleinhandel van de ex-klompenmaker blijft voorlopig echter doorgaan, want hij zit nog met een behoorlijke voorraad te kijken.




Klompenfabriekje van Sjang Klinkers met dank aan: Betsie Nelissen-Schreuders


Luchtfoto van klompenfabriek Klinkers met dank aan: Ben Klinkers


Vroeger was klompenmaken nog veelal handwerk met dank aan: Betsie Nelissen-Schreuders

Klompenfabriek van de familie Klinkers ---  met dank aan: Mevr. Jose Schreuders
Dhr. Schreuders bezig in de klompenfabriek van Klinkers. (Met dank aan Mevr. José Schreuders).
Zoals u ziet was de produktie van klompen al een stuk gemechaniseerd.





Webmaster info@deetere.nl