Bair Schlangen smid in Dieteren tweede helft 20ste eeuw. Vroeger had elk dorp zijn eigen (hoef)smid. Naast het beslaan van de paarden smeedde deze vele gebruiksvoorwerpen van ijzer zoals bijvoorbeeld voor stalinrichting, werktuigen en deurbeslag. Bair (Hubertus Joseph) Schlangen geboren 7 oktober 1929 te Dieteren en overleden 3 februari 2019 te Dieteren was smid in Dieteren vanaf circa 1950. Begin jaren 50 begon de jonge Bair met het maken van kleine wagens in eerste instantie nog voor paardentraktie en later ook voor trekkers die toen in opkomst kwamen. Ook het ombouwen van diverse werktuigen van paardentraktie naar trekkers werd door hem gedaan. Een foto uit beginjaren 1950 toont zo'n wagen die hij maakte, naast Bair zelf zit er ook nog een jongetje naast hem dit was René Custers(1944-2020). Zijn neefje Ralf Dohmen bezit deze wagen nog altijd in enigzins gerestaureerde vorm. Dit brengt mij bij de geschiedenis van de smeden en smederijen in Dieteren. Bair Schlangen heeft het vak van smid overgenomen van zijn oom Frens de Smeed (Frans Joseph Schulpen) welke was geboren 23 mei 1888 in Dieteren en overleden 5 oktober 1964. Deze Frenske had het beroep overgenomen van zijn oom die vroegtijdig overleden is welke het beroep van smid zou overnemen van het ‘oud smeedje’ Tieske Schulpen. In het boek Kroniek van de familie Schulpen van Lei Schulpen lezen we meer over deze smeden. De smederij van Jan Mathijs Hubert Schulpen lag achter zijn woonhuis (tegenwoordig adres Kerkstraat 77 Dieteren). De woning was de ouderlijke woning van zijn moeder. Een aldaar wonende ongehuwde oom, Frans Hoorens, bleef op hetzelfde adres zijn boerderij voortzetten. Een stalling achter de woning werd ingericht als smederij. In het bewuste pand woont momenteel zijn kleindochter Sophie Geelen - Schulpen. “Tiske” Schulpen, die als 9 jarig jongetje met zijn vader, broertjes en zusje, van Dieteren naar de omgeving van Aken verhuisde, leerde het vak bij een “baas” in Venlo. Zoals gebruikelijk in die tijd, leerde hij bij zijn baas zowel het theoretisch maar vooral het praktisch gedeelte. De latere ambachtscholen moesten nog uitgevonden worden! De beloning voor de geleverde arbeid bestond uit vrije kost en inwoning, en, in het gunstigste geval ook nog een tegemoetkoming in de reiskosten naar huis enkele keren per jaar. Bij dezelfde baas was ook nog een zekere Parren uit Thorn die het vak van loodgieter leerde. “Tiske” Schulpen en zijn collega - leerling Parren trokken veel met elkaar op. Na hun opleiding vestigde Tiske Schulpen zich als smid in zijn geboorteplaats Dieteren, terwijl Parren zich als loodgieter in het naburige Roosteren vestigde. De smederij van Jan Mathijs Hubert Schulpen werd later voortgezet door zijn zoon Frans Joseph. Van de vier kinderen die met hun vader naar Duitsland trokken, keerde Jan Mathijs als enige als volwassene weer terug naar Dieteren. Frens Schulpen zoon van “Tiske” woonde met zijn gezin in het pand waar later nog (tot ca. 2010) zijn dochter Sophie Rooyen - Schulpen woonde, Kerkstraat 83 Dieteren. Nadat hij de smederij van zijn vader had overgenomen, bleef de werkplaats nog een aantal jaren op het oude adres gevestigd. Daarna verplaatste hij de smederij naar zijn woonadres waar tevens zijn winkel in huishoudelijke artikelen gevestigd was. Hij bleef het smidsambacht tot op gevorderde leeftijd uitoefenen. Na hem begon een zoon van zijn zus Anna (Bèr Schlangen), een smederij op het adres Kerkstraat 81. Dit bedrijf ontwikkelde zich al vrij snel in de richting van staalconstructies en stal-inrichtingen. Frens Schulpen stond in Dieteren bekend als “de smeed”. Een blanke pit in een ruwe bolster. Fysiek ijzersterk met een uitgesproken eigen mening, die gebaseerd was op een rechtlijnige maar gezonde kijk op het leven. Veel van zijn verhalen op lange zomeravonden boeiden iedereen, en niet in het minst de opgeschoten jeugd die vol verbazing en soms ongeloof de “debatten” van de ouderen volgden! Bijna legendarisch zijn de tweegesprekken met zijn overbuurman Harie Hölsgens uit de Zilstraat, aan de overzijde van “het Kempke”, een met een doornhaag omgeven wei aan den Drenk. Deze dialogen speelden zich af in de nachtelijke uren tijdens de oorlogsjaren 1940-1944, als Engelse of Amerikaanse bommenwerpers het luchtruim boven Dieteren onveilig maakten, met hun bommenlast op weg naar het even verderop gelegen Duitsland. Zowel Frens de smeed als zijn opponent Harie Hölsgens claimden hun eigen mening als de enig juiste, als het er om ging of Düsseldorf, Keulen, het dichterbij gelegen Krefeld of Aken, of zelfs het veraf gelegen Berlijn deze nacht aan de beurt was. In het aardedonker van de nacht schalden hun meningen, voorzien van het nodige commentaar over het Kempke heen en weer. Gelukkig kon de juiste vliegrichting van de bommenwerpers nooit precies bepaald worden, zodat er voldoende ruimte bleef om het nooit met elkaar eens te worden! In deze nachtelijke, soms hachelijke uren zorgde dit tweetal er in elk geval voor enige ontspanning, ondanks de vele angstige momenten als luchtgevechten of het Duitse afweervuur allen weer de schuilkelders in dreef. Deze Tieske, Jan Mathijs Schulpen geboren 18 mei 1850 en overleden 14 augustus 1926 was de grootvader van Theo Schulpen. Theo Schulpen (Thei van Joep) kleinzoon van eerdergenoemde ‘oud smeedje’ Tieske Schulpen kon mij nog iets meer vertellen over het maken van deze wagens en de geschiedenis van het vak van smid in Dieteren. Theo kreeg in 1952 zijn ambachtdiploma en ging rond 1954 werken bij DSM. Ook hielp hij in die tijd mee bij Bair Schlangen. Zodoende hielp hij ook mee met het bouwen van de wagens. Diverse onderdelen werden aangeleverd zoals de wielen, assen, scharnieren en planken. De opbouw van carrosserie werd in de smidse gemaakt. In die tijd waren de handwerktuigen vaak zwaar en had men nog geen haakse slijper om ijzer op maat te snijden. Met een soort carbid werd gas gemaakt voor een snijbrander om ijzer op maat te snijden. Links: lasapparaat en Rechts: snijbrander Theo Schulpen vertelde dat de paarden wel eens moeite hadden met de veelal kleinere luchtbanden, deze trokken zich vaak lastiger op het veld dan de grotere wielen met ijzerbeslag. Vooral bij het aantrekken was extra kracht nodig, een foefje was dan om het paard schuin aan te laten trekken waardoor de kar/wagen in beweging kwam en eenmaal aan het rollen kon het paard deze in beweging houden. Uiteraard waren er nog meerdere smeden in Dieteren geweest zoals bijvoorbeeld Jessen die een smederij hadden aan de Kerkstraat ongeveer waar nu de Kerk staat. Wat betreft het bouwen van wagens kunnen we hier ook de firma Mostard vermelden die vele speciale voertuigen ontwikkelde zoals brandweerwagens, praktijkwagens voor tandarts of GGD maar ook de overbekende Yvonne caravans. |